Wetenswaardigheden uit Sichuan en China.
Op deze bladzijden geven wij u enige informatie over de provincie Sichuan en het land China.
Dit om u wat meer bekend te maken met de gewoontes en in het bijzonder de eetcultuur.
Zoals de verschillende Chineese keukens die een heel verschillende bereidingswijze en smaken hebben.
Ook laten we u kennismaken met de verschillende stokjes en hoe daar mee om te gaan.
Op de foto pagina laten wij u een aantal foto’s zijn uit Sichuan, ons restaurant en de Sichuan keuken.
- Sichuan
- China
- Chinese keuken
- Eten met stokjes
- Zout in China
- Sfeer beelden Sichuan
- Gerechten uit Sichuan
Sichuan

- Westen aan Tibet;
- Noordwesten aan Qinghai;
- Noorden aan Gansu;
- Noordoosten aan Shaanxi;
- Oosten aan Chongqing; in 1997 van Sichuan afgesplitst, de grootste stadprovincie van China met 28,8 miljoen inwoners;
- Zuidoosten aan Guizhou;
- Zuiden aan Yunnan.
Reservaten van de Reuzenpanda.

China.
China telt momenteel 1,3 miljard inwoners en is qua inwonersaantal het grootste land in de wereld waar 20% van de totale wereldbevolking woont. Qua oppervlakte neemt China een derde plaats na Canada en Rusland in. Van Noord- naar Zuid-China is het hemelsbreed 4.000 kilometer en van Oost- naar West-China is het bijna 5.000 kilometer. Door de enorme oppervlakte kent China 8 klimaatzones. Daardoor heeft China ook vele soorten landschappen met in het Westen: hoogland van Tibet, bergen, woestijnen (Gobi) en bamboebossen (Sichuan). In het Noorden/Oosten van China liggen steppen, bossen, vruchtbaar laagland, ‘wetlands’ en kustgebieden. In het Zuiden van China liggen oerwouden. Slechts 20% van haar grondgebied is geschikt om te wonen, te werken en om landbouw/tuinbouw te bedrijven. China is zelfverzorgend qua voedsel wat een gigantische prestatie is. Naast de Han Chinezen, die 92% van de bevolking uitmaken, zijn er 55 etnische minderheden in China. De Chinese bevolking woont in 23 provincies (o.a. Sichuan), 5 autonome regio’s (o.a. Tibet), 2 speciale administratieve regio’s (o.a. Hong Kong) en 4 stedelijke gebieden (o.a. Chongqing voor 1997 deel van Sichuan, Beijing en Shanghai), elk met een eigen taal/dialect. Beijing in het Mandarijn en Peking in het Kantonees is de hoofdstad van China, ligt in het Noordoosten en telt momenteel 22 miljoen inwoners. Mandarijn is de officiële Chinese taal en wordt door 65% van de bevolking (836 miljoen) gesproken. De tweede taal is Wu (woe uitgesproken) dat in en rond Shanghai wordt gesproken (77 miljoen sprekers). De derde taal is Kantonees (Yue) dat onder meer in Guangdong (voorheen Kanton) en Hong Kong wordt gesproken. Onderling verstaat men elkaars taal niet. Wel kunnen alle Chinezen Chinese karakters lezen. Althans alleen de vereenvoudigde karakters, niet de traditionele karakters (alleen ouderen). In de vijftiger en zestiger jaren van de vorige eeuw heeft Mao het oude traditionele karakterschrift laten vereenvoudigen om iedereen Chinees te laten leren schrijven en lezen om zodoende het analfabetisme in China te minimaliseren. Van de oorspronkelijk 50.000 karakters zijn er nog 5.000 over. 3.000 karakters moet men leren om te kunnen schrijven en lezen. 5.000 karakters heeft men nodig om te kunnen studeren. De vroegste Chinese staat, de Shang, ontstond rond 1.500 v.C. en vormde de eerste Chinese beschaving. Mondiaal gezien is de Chinese beschaving de langstdurende beschaving (3.500 jaar) en de meest vooraanstaande culturele ontwikkeling in de wereld die de grootste uitvindingen te weeg hebben gebracht.Chinese Keuken
De Chinese keuken behoort tot de fijnste keukens ter wereld. Door de grootte van het land en als gevolg daarvan de aanwezigheid van vele volkeren met hun eigen culturen, klimatologische afhankelijkheden, en regionale voedselbronnen kan men niet spreken van één “keuken”. Wel zijn er gemeenschappelijke factoren in de verschillende regionale keukens die het mogelijk maken te spreken over een Chinese keuken. De oosterse Yin-Yang filosofie is ook terug te vinden in de Chinese keuken: typisch worden tegengestelde smaken (zoet-zuur) of texturen (mals-knapperig) gecombineerd in een gerecht. Voedsel is in de Chinese keuken niet enkel een zaak van eten, evengoed moet het voedsel mooi gepresenteerd worden en een goede combinatie vormen van de basissmaken. De gerechten mogen niet overweldigend zijn in geur of smaak. De basisingrediënten zijn granen, rijst in het oosten, gierst en tarwe in het Noorden. Deze worden gegeten als pasta’s, puur, pap of in deegvorm. Vetten , zowel dierlijk (eend, kip, varken) als plantaardig (sesam, pinda) worden gebruikt om de granen meer smaak te geven. Sojascheuten en lente-uien vormen de belangrijkste groenten.Belangrijkste Kookmethodes | Belangrijkste smaakmakers | De acht grote Chinese keukens |
---|---|---|
|
|
|
- De Noordelijke: Jing-keuken en de Mongoolse keuken. Deze worden gekenmerkt door het gebruik van schapen. De verfijnde Pekingkeuken is de voormalige keizerlijke keuken. De belangrijkste landbouwproducten hier zijn rijst, tarwe, maïs, sesamzaad, sorghum, Chinese kool, selder, lente-ui en komkommer. De Noordelijke keuken is waarschijnlijk de bakermat van Gierst, sojabonen (sojascheuten) en perziken in de Chinese keuken.
- De westelijke: Chuan-keuken wordt gekenmerkt door sterk gekruide gerechten en door het veelvuldig gebruik van rundvlees. In de gerechten van deze streek zitten vaak chilipepers en Szechuanpeper.
- De zuidelijke: Yue-keuken met zoetzure accenten. De meeste gerechten worden er ‘al roerend gebakken’, waardoor smaak en sappigheid van vlees en groenten bewaard blijven.
- De Oosterse keuken, waarvan de Sjanghai-keuken de bekendste is, wordt gekenmerkt door de rijst en tarwe die in dit vruchtbare deel van het land goed groeit, en de zeevruchten zoals garnaal en krab. De keuken hier heeft een zoete toets. Andere belangrijke ingrediënten zijn rijstwijn en zoete bonenpasta. Sjanghai heeft de meeste uitheemse invloeden gehad op zijn keuken, waardoor in Sjanghai wel gebak en koude voorgerechten gegeten worden.
Alles over eetstokjes
Bron Coquinaria.nl
Algemeen Hanteren van de stokjes Tafel manieren Stokjesleggers De acht onsterfelijkenAlgemeen
In een aantal Aziatische landen gebruikt men stokjes voor het eten van voedsel. Maar, net zoals er in de Westerse wereld op verschillende wijze met mes en vork wordt omgegaan (vergelijk de Amerikaanse manier van eten maar eens met de Europese), zijn er ook verschillen in het Oosten. Omdat ik in het bezit ben van een redelijk aantal eetstokjes en stokjesleggers, heb ik besloten deze pagina hieraan te wijden. Stokjes zijn handige instrumenten om voedsel mee op te pakken en naar de mond te brengen (als het goed is raken de stokjes de mond niet aan!), maar ermee snijden kun je niet. Daarom zijn de meeste ingrediënten in de "stokjeskeukens" voorgesneden in hapklare brokken. Een mes heb je niet nodig. In de Chinese keuken worden (porseleinen) lepels op tafel gelegd om soep te eten, maar de Japanners eten zelfs hun soep met stokjes! Dat wil zeggen: de vaste ingrediënten worden met eetstokjes uit de soep gevist, de bouillon wordt uit de kom gedronken. Stokjes worden waarschijnlijk al zo'n tweeduizend jaar gebruikt om mee te eten. Japanse en Chinese eetstokjes zijn niet hetzelfde. Chineese eetstokjes zijn meestal van blank hout (bamboe). Ze zijn recht, met een stompe punt. Ze kunnen ook van been (ivoor),steen (jade) of metaal zijn gemaakt. Chinese eetstokjes zijn tamelijk lang. Iedereen pakt uit gemeenschappelijke schalen die midden op tafel staan, lange stokjes zijn dan handig. Bij het tafeldekken worden de stokjes rechts naast de kom of het bord gelegd (zoals ons mes). De eetstokjes zijn voor iedereen hetzelfde. Japanse eetstokjes zijn van hout (vaak bamboe), meestal gelakt, en lopen spits toe. Soms zijn de uiteinden wat geribbeld, waardoor het makkelijker is voedsel op te pakken. De stokjes variëren in lengte. Kinderen hebben de kortste stokjes, mannen de langste. Vrouwen eten soms met iets minder lange stokjes. Omdat het voedsel in individuele kommetjes en schaaltjes wordt opgediend zijn de Japanse eetstokjes minder lang dan de Chinese. Bij het tafeldekken worden Japanse stokjes dwars vóór de kom(men) gelegd, met de puntige uiteinde naar links. Iedereen heeft eigen eetstokjes, die ook allemaal verschillend kunnen zijn. (In restaurants is dit uiteraard niet het geval).Dan heb je ook nog Koreaanse eetstokjes. Deze zijn van metaal, en van alle stokjes het moeilijkst te hanteren.
©Coquinaria
Verklaring van de cijfers bij de foto van de eetstokjes: 1 - Kookstokjes; 2- Japanse houten mannen- en vrouwenstokjes met prachtige houtnerf; 3 - Drie paar gedecoreerde Japanse stokjes; 4 - Chinese eetstokjes: de acht onsterfelijken; 5 - Lange Chinese eetstokjes met geluksspreuk erop; 6 - Twee paar stokjes voor beginners.Het hanteren van de eetstokjes



Tafelmanieren
Het eten met stokjes is net als het eten met mes en vork aan regels gebonden. Het is onbeleefd om met je stokjes in het eten te prikken of voedsel aan je stokje te spiezen. Je mag niet wijzen of gebaren met stokjes in de hand. Je mag niet op de stokjes bijten of eraan likken. Je mag er niet mee snijden. Je mag geen voedsel met je eetstokjes aan iemand anders aanbieden. Je mag niet met je stokjes boven de kommen met eten aarzelend zweven. Pak geen kom op met de hand die de stokjes vasthoudt.Als je de stokjes niet gebruikt leg je ze niet in je kom, maar ervoor (Japans, Koreaans) of ernaast (Chinees) op je stokjeslegger. Stokjesleggers zijn er pas sinds de tweede helft van de twintigste eeuw, voor die tijd liet men de stokjes rusten op de rand van een kom of schaal.Er is een belangrijk verschil in tafelmanieren wat betreft het eten van rijst tussen enerzijds China en Japan en anderzijds Korea: Chinezen en Japanners pakken de rijstkom met één hand (de linker) op, en werken de rijst met stokjes naar binnen. Koreanen vinden dit uiterst onbeleefd: de metalen rijstkom moet altijd op tafel blijven staan, de rijst wordt met een lepel gegeten.Stokjes leggers
Stokjesleggers zijn ook heel gevarieerd. Net als bij eetstokjes hebben de Chinese eetgasten dezelfde stokjesleggers, de Japanse allemaal verschillende.
Over de acht onsterfelijken
Deze Chinese eetstokjes zijn te vergelijken met onze "apostellepeltjes". Van iedere onsterfelijke is er één paar stokjes. De acht onsterfelijken horen thuis in het Taoïsme. Hieronder staat heel in het kort de iconografie van ieder van de acht onsterfelijken (vlnr).
Zout is overal
Zout is een onmiskenbaar deel van de aarde en alle leven daarop. Het is terug te vinden in de bodem en-in opgeloste staat- in het water van alle oceanen. Dat de mens heel veel later is geëvalueerd uit schepsels die zich ooit aan die zeeën hebben ontworsteld, is nog te merken aan de samenstelling van ons lichaam. In al onze cellen zit zout. Bloed, zweet en tranen smaken niet voor niets zilt. Uit een mens van 70kg zou je een half pond zout kunnen halen Keukenzout is een mineraal dat door geologen haliet wordt genoemd, zolang het in de bodem zit. Het is de enige steensoort die wij dagelijks eten. Onze vroege voorvaderen taalden niet naar